Ik móet steeds dingen dóen
Er zijn veel kinderen en ook grote mensen die last hebben van vervelende doe-dingen. Je bent dus niet de enige. Op deze pagina geven we voorbeelden die kinderen vaak hebben.
Wat kun je doen?
Misschien heb jij ook een of meer van deze doe-dingen. Het kan zijn dat je er zo druk mee bent dat je er moe van wordt. Dan kun je niet meer gewoon spelen met je vriendjes of vriendinnetjes. Of je kan je opdrachten op school niet meer afkrijgen. Of je denkt dat andere kinderen je raar vinden omdat je zo langzaam bent. En dat terwijl je juist zo hard bezig bent om het goed te doen.
Gelukkig kun je hier wat aan doen. Soms kun je het zelf. Maar het is ook goed om het aan anderen te vertellen. Dan snappen ze in elk geval waarom je wat langzamer bent. Of waarom je sommige dingen eng vindt om te doen. Ik elk geval is het niet omdat het gek is. Er zijn veel andere kinderen die het hebben. Net als veel grote mensen.
Bekijk de oefeningen & tips
Schoonmaken
Sommige kinderen moeten altijd dingen schoonmaken. Ze moeten vlekjes wegpoetsen van hun tas of ze wassen steeds maar weer hun handen. Ze vinden het heel erg om vies te worden. Buiten spelen op straat is dan wel heel lastig. Of ze vinden het eng om andere kinderen aan te raken of om naar een wc te gaan. Vaak zijn ze bang om er ziek van te worden. Daarom wassen ze heel vaak of heel lang hun handen. Of willen lang onder de douche staan.
Aanraken
Sommige kinderen moeten altijd dingen aanraken. Bijvoorbeeld een deurknop of alle bomen op weg naar school. Of ze mogen juist niet dingen aanraken zoals de rand van de stoep. Als ze het fout doen kunnen ze denken dat er iets ergs gebeurt.
Alleen zó!
Sommige kinderen moeten dingen altijd op een speciale manier doen. Ze mogen alleen met hun linkerhand eten bijvoorbeeld. Of ze moeten altijd eerst met hun rechtervoet over de drempel stappen. Als ze het niet op die manier doen voelt dat heel vervelend en moet het opnieuw. Soms wel vijf minuten lang.
Zeker weten
Sommige kinderen willen dingen heel erg zeker weten. Ze moeten steeds maar nakijken of hun fiets op slot staat. Of dat ze de computer wel echt uit hebben gedaan. Vaak denken ze dat ze het niet goed hebben gedaan. Dan zou er wel iets vervelends kunnen gebeuren. En daarom gaan ze weer kijken. Controleren heet dat. Soms wel een kwartier lang.
Precies
Sommige kinderen zijn heel erg precies. Ze moeten bijvoorbeeld hun schrift en pennenbakje precies recht op tafel leggen. Of ze moeten touwtjes op precies dezelfde lengte afknippen. Of ze moeten in hun schrift alle letters even dik schrijven. Of alle rondjes van de letters in kleuren: van de a, e, o, d, enzovoort. Soms duurt het heel lang voordat ze er tevreden over zijn.